Communicatie dient voor iedereen begrijpelijk en toegankelijk te zijn. Het klinkt misschien vanzelfsprekend, maar dat is het niet. We zien dagelijks in communicatie uitingen dat er nog niet met alle doelgroepen in Nederland rekening wordt gehouden als het gaat om de manier waarop zij geïnformeerd worden. Sterk Werk consultant Joey Brink schreef hier een blog over.

Inclusieve communicatie?

De Nederlandse samenleving is anno 2021 zeer divers. Het is belangrijker dan ooit dat je communicatie zodanig insteekt, dat iedereen zich gezien en begrepen voelt. Zo voorkom je uitsluiting. Wanneer je uitsluiting (exclusie) voorkomt, spreken we van inclusie. Inclusie betekent dus letterlijk insluiting: het meedoen en erbij horen van mensen met een beperking in elke vorm.

Het belang is groot

Als we inzoomen op de cijfers zien we dat er miljoenen mensen met een beperking wonen in Nederland. Als we de cijfers ontleden, zien we dat 2,5 miljoen mensen laaggeletterd zijn, 1,6 miljoen mensen een motorische beperking hebben en 1,1 miljoen mensen licht verstandelijk beperkt zijn. Daarnaast zijn er 800.000 mensen met dyslexie, 700.000 mensen met een kleurenblindheid, 500.000 mensen met een auditieve beperking en 500.000 mensen met een visuele beperking. Uit onderzoek blijkt dat ook nog eens ongeveer 266.000 kinderen en jongeren te maken hebben met een taalontwikkelingsstoornis, waarbij problemen worden ervaren bij het spreken en/of het begrijpen van taal, lezen en schrijven. Al deze mensen hebben recht op communicatie die hen informeert, enthousiasmeert en deelgenoot maakt van datgene waar de communicatie zich op richt.

Persoonlijk heb ik dagelijks te maken met het belang van inclusieve communicatie. In 2018 werd mijn moeder getroffen door een herseninfarct waarbij zij afasie kreeg. Afasie is een taalstoornis die ontstaat door letsel in de linker hersenhelft. Mijn moeder heeft moeite met spreken, taalbegrip, lezen en schrijven. Praten kan zij letterlijk niet meer en met beelden en gebaren kunnen wij op effectieve wijze communiceren, hoe lastig het soms ook is. Sinds het infarct van mijn moeder ben ik mij er terdege van bewust dat communicatie nog niet inclusief genoeg is. Zo wordt er naar mijn mening in communicatie voornamelijk gefocust op tekstuele en te weinig op visuele middelen.

Is er al sprake van inclusieve communicatie?

Jazeker. Het meest voor de hand liggende voorbeeld zijn de coronapersconferenties vanaf maart 2020. Bij de eerste persconferentie maakte de regering gebruik van een gebarentolk. Binnen de crisiscommunicatie een nieuwe stap. Eerdere persconferenties werden ondertiteld. Dit is echter iets heel anders dan een gebarentolk. Voor veel doven en slechthorenden is Nederlands hun tweede taal met een hele andere woordenschat en grammatica. Door een persconferentie met gebarentolk, worden doven en slechthorenden voorzien van belangrijke informatie in hun eerste taal. Gebarentolk Irma Sluis werd in één klap een bekende Nederlander, nadat zij kijkers voorzag van de laatste ontwikkelingen rondom het virus. In november 2021 krijgt zij een eigen televisieprogramma genaamd ‘Hands Up’. Hierin voeren meerdere duo’s, bestaande uit dove of slechthorende kinderen en horende BN’ers, opdrachten uit waarbij zij alleen gebarentaal mogen gebruiken.

Naast het toevoegen van een gebarentolk tijdens coronapersconferenties, doet de overheid meer om inclusieve communicatie te bevorderen. Zo wordt informatie vertaald, zodat mensen die geen Nederlands spreken wel belangrijke informatie ontvangen. Overheidsorganisaties maken gebruik van een databank met beeldbrieven, waarbij afbeeldingen worden gebruikt om de communicatie begrijpelijker te maken. Daarnaast investeert het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tot 2024 twee miljoen in het project ‘Tel mee met Taal’. Dit project helpt mensen hun basisvaardigheden te verbeteren en zo laaggeletterdheid te verminderen.

Ook steeds meer commerciële organisaties hanteren inclusieve communicatie. Zo lanceerde ING in 2020 een bankpas met inkeping aan de zijkant die hiermee makkelijk te herkennen is, ook op gevoel. Een fijne oplossing voor slechtzienden.

Wat kan je als communicatieadviseur doen?

Inclusieve communicatie heeft de volgende vertrekpunten: het is belangrijk dat je allereerst de belangen van de stakeholders onderzoekt, de verschillen die er zijn erkent, de overeenkomsten vindt tussen de stakeholders en bewust wordt van je eigen positie en aannames.

Houd er daarnaast rekening mee dat een inclusieve communicatiestrategie bedoeld is voor de lange termijn. De maatschappij verandert continu en dus is het belangrijk dat de strategie flexibel is en kan meegroeien met alle veranderingen waar de samenleving mee te maken krijgt. Organisaties kunnen zo’n strategie alleen implementeren als ze bepaalde gewoontes en processen, die ze wellicht altijd hebben uitgevoerd, daadwerkelijk veranderen. Ofwel practice what you preach.

Als je kijkt naar de middelen, zijn teksten niet voor iedereen begrijpelijk. Sowieso is het goed om teksten op een lager taalniveau (A2) te schrijven. De meeste teksten worden nu op B1-niveau geschreven, maar dit is voor 20% van de bevolking te moeilijk.  Stichting Lezen & Schrijven geeft enkele tips voor het schrijven van A2-teksten. Lees deze hier. Zoek daarnaast naar andere communicatievormen dan tekst, bijvoorbeeld foto’s, buttons, video’s of animaties.

Zorg dat je beelden gebruikt met heldere lijnen en een goed kleurcontrast. Gebruik in je communicatieboodschap niet alleen kleuren. Iemand die kleurenblind is moet de inhoud ook kunnen begrijpen. Wees er ook van bewust dat je geen beelden gebruikt met teveel details die afleiden. De communicatieboodschap moet in één oogopslag duidelijk zijn. Test tot slot je communicatiemiddelen, zodat ze goed blijven aansluiten bij de wens van de doelgroep.

Hulp nodig bij het inrichten van je communicatiestrategie? Wij helpen je graag, neem gerust contact op!